De rol van de equitherapeut

curs6.gif

De equitherapeut heeft een goede hippische achtergrond en heeft actieve ervaring in paardrijden en voltige opgedaan (op minimaal L-niveau). Hij kan dienen als goed model voor de samenwerking met het paard en is in staat een voltigepaard op te leiden, in conditie te houden en met hem samen met cliënten te werken, zonder dat situaties uit de hand kunnen lopen. Hij is bereid zijn eigen verhouding met paarden te overdenken en steeds opnieuw te controleren. Verder heeft hij zich sportfysiologische basiskennis eigen gemaakt en is hij in staat een les beginnend van opwarmen over trainingsfase naar cooling down ook fysiek verantwoord op te bouwen om blessures en ongelukken te voorkomen.

Hij moet over kennis uit de bewegingsleer beschikken, om bewegingen te kunnen analyseren en door de juiste aangepaste correcties snel en doelmatig te kunnen ingrijpen. Verder hoort hij over een repertoire van psychomotore en lichaamsgerichte interventietechnieken te beschikken die hij in elke fase van de therapie doelgericht kan inzetten.

In het geval van HippoCampus zijn deze voorwaarden ruim vervuld. De bedrijfsleidster heeft een van haar therapiepaarden opgeleid tot zz-niveau en neemt met twee paarden actief deel aan de wedstrijdsport. Zij heeft de opleidingen Gehandicapteninstructeur, Orthopedagogisch voltigeren en Voltigeinstructeur volgens de richtlijnen van het D.K.Th.R. doorlopen. Verder is zij postdoctoraal als klinisch psycholoog en psychotherapeut opgeleid met als basis Rogeriaanse Therapie en Pesso-psychotherapeut in opleiding (supervisie fase).