Fase 3, de belevingsfase, "ik neem waar, ik voel"

belevingsgerichte, openleggende interventies

In deze fase wordt de cliënt attent gemaakt op zijn belevingen op het paard. Hij leert te observeren wat in zijn lichaam gebeurt en wat hij met zijn zinnen waarneemt en wat dit met hem doet. Hij begint gebruik te maken van zijn lichamelijke cognitieve representatie. Dit houdt ook in, dat in het hier en nu sensaties opgespoord worden die met de eigen geschiedenis te maken hebben. In deze fase gaat het nog daarom al deze lichamelijke en emotionele sensaties toe te kunnen laten, te accepteren en te leren ermee om te gaan. Het doel is opsporen van behoeften en het adequaat erop reageren. Evenwicht tussen toelaten en controle wordt bevorderd op een half bewustmakende en steunende manier. De cliënt doet een aantal observatie oefeningen uit de Pesso therapie waarbij hij attent gemaakt wordt op de drie bewegingsmodaliteiten en hoe hij ermee omgaat. Verder werkt men met voltige oefeningen en oefeningen uit OPV (Dirk Baum). De therapeut stimuleert de cliënt te benoemen wat hij doet en waarneemt, hij stimuleert hem plannen te maken en te controleren hoe hij ze uitvoert. Hij dringt niet aan, indien de cliënt zich hiertoe nog niet in staat voelt. De cliënt leert erbij stil te staan wat hij wil, wat hij doet, wat hij waarneemt, voelt en kan.